Produced by Marc D'Hooghe
Treurspel
door
Met inleiding en aanteekeningen van L. SIMONS
* * * * *
'k Zag er ook Salmoneus, Aeols zoon,
Vervaarlijk pijnigen, die, als een allersnoodste,
Gods weerlicht, donderkloot en bliksemstraal nabootste.
Dees liet in Griekenland, en midden door de stad
Van Elis, daar hij trotsch op zijnen wagen zat,
Zich met vier paarden door den drang der Grieken roeren
En, zwaaiende eene toorts, braveeren met rumoeren
De Goden in de lucht en stak ze naar hun kroon.
Dees zinnelooze durft de koopren brug uit hoon
Oprennen met zijn paard en weet met razen, ruischen
En storm den bliksem en den donder na te kuischen
Dat niemand ooit vermocht. Maar Gods almogendheid,
Om fakkel, rookrig licht noch zulk een onbescheid
Verlegen, schoot met kracht en uit de dikke wolken,
Dreef met een dwarrelwind, ten spiegel aller volken,
Hem neder dat hij plofte.
Uit VONDELS vertaling van Vergilius: Aeneis, VIe Zang
* * * * *
Vondel en zijn werk te verstaan is daarom voor ons, in dezen tijd, zoomoeilijk omdat de dichter zoo veelzijdig gerijpt was in een wereld vanweten, denken en gevoelen, die ons niet alleen vreemd is in menigerleiopzicht, maar die we nauwelijks meer kennen. Schrijvers las hij enkerkschrijvers kende hij, en autoriteiten eerbiedigde hij, engebeurtenissen beleefde hij, wier bestaan ons al te licht ontgaat alswij zoeken zijn arbeid te verklaren. Een wonderbaarlijke mengelingleefde in hem van middeleeuwsche opvattingen, klassieke leerstellingenen histories, en bijbelsch-kerkelijke legenden en dogma's, en dit alles,naar den weinig kritischen geest van zijn tijd en naar den tot eerbiedgestemden eigen zin, die zoo sterk in hem leefde, aanvaard als niet ofnauwelijks te betwijfelen waarheden. En daarbij hij levend in een eeuwvan geweldige worstelingen: tusschen overgeleverd gezag envrijheidsdrang; tusschen vorsten en volkeren; tusschen allerleiverscheidenheden van Christendom, en tusschen Christendom enMohammedanisme.
Vondels Lucifer is dan ook geen louter "bijbelsch" en "Christelijk"werk. Zonder dat hem "de grijze fabelen van den Reuzenstrijd" of hetverhaal van Salmoneus[1] of de fabel van Faeton door het hoofd gespeeldhadden, als symbolisch ware worstelingen tegen de oppermacht der wereld,had hij van de eenvoudige kerklegenden omtrent Lucifers verzet, afval enval geen aldus gefigureerd treurspel kunnen opbouwen, waarin een strijdtusschen de oproerige en de standvastige Engelen geteekend wordt, metwapens, zwaarden en in krijgsorde geschaarde legers. In de voorstellingvan een wereld van Goden en halfgoden, waarin de almacht zelfs van denOppermachtige beperkt was door de wereldorde, en die elkaar benijdden enbestreden, was een worsteling denkbaar als tusschen Zeus en Prometheus,tusschen Thor en Loki. In een hemel met een werkelijk almachtig God isde strijd vooruit beslist; een pogen om zich op Zijn plaats te zettenondenkbaar, e