Gil Blas van Santillano
GEDRUKT TER DRUKKERIJ “DE DEGEL,” AMSTERDAM
ALS “klassiek” beteekenen mag: het eeuwig menschelijke in den hoogsten vorm van den eigen tijd, dan plaatsen de Franschen terechtden avonturen-roman van hun 17e–18e eeuwschen schrijver Le Sage: Gil Blas in die rij hunner klassieke werken. Zoo goed als de Spanjaarden hun Don Quichotte en de Engelschen Fieldings Tom Jones; wij onze Sara Burgerhart en Willem Leevend.
Le Sage heeft zich, evenals Molière vóor hem, aangesloten aan de Spaansche romanlitteratuur van de 16e en 17e eeuw. Zijn Gil Blasheeft het uiterlijke van den Spaanschen dolenden ridder en beleeft evenals deze een eindelooze reeks van avonturen. Maar hetdoel van den schrijver, als hij zijn held aldus door den mallemolen van het leven heenzendt, is niet maar den lezer een boeiendeafwisseling te brengen. Op dit zich ontrollende doek wil hij heel het leven schilderen, en in zijn hoofdfiguren den mensch,gelijk die er door wordt aangedaan. “Zijn drama heeft honderd verschillende bedrijven en duizend personen,”—zegt de Franschecriticus Charles Nodier in zijn voorrede tot het werk bij de geïllustreerde uitgaaf van 1836, waaraan wij ook de geestigeen fraaie houtsneden voor ònze illustraties ontleend hebben. “Gil Blas”—aldus karakteriseert hij dan verder—“is de menschin al zijn lotswissel, zijn zwakheden en de hulpbronnen van zijn natuur; in al [VIII]de illusies van zijn geest; al de verknoopingen van zijn denkvermogen; de universeele mensch van Terentius, geplaatst te middenvan een samenloop van gebeurtenissen, die er vermaak in schijnen te vinden den draad van zijn droomgespin te volgen. In deMisanthrope had Molière de hoogere kringen