HENDRIK CONSCIENCE

De Kerels van Vlaanderen


Titelpagina

Brussel

[1883]


Inhoudsopgave

I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
XIV
XV
XVI
XVII
XVIII
XIX
XX
XXI
XXII
XXIII
XXIV
XXV
XXVI
XXVII.
Vervolg vande Geschiedenis der Kerels

De Kerels van Vlaanderen


I


Op eenen herfstmorgen van het jaar 1126 weergalmden deplechtige tonen van eenen lofzang binnen de kerk vanOnze-Lieve-Vrouwe te Brugge.

Ongetwijfeld zaten onder hare breede gewelven gansche scharennedergeknield; want nu en dan riep het gerinkel der schellen degeloovigen tot een inniger gebed.

Evenwel, op het doodenveld, dat den tempel omringde, heerschtede volledigste eenzaamheid. Geen ander gerucht stoorde er destilte dan het aanhoudend geschreeuw eener vlucht zwarte kauwen,die daarboven, op meer dan vierhonderd voet hoogte, de lucht methun treurig gekras vervulden en als een onweerswolk rondom despits van den reusachtigen toren vlogen en slingerden.

Aan eene groeiende rots gelijk, schoot het logge gevaartezijne bonkige freiten en graten ten hemel, en hief het teeken derverlossing zoo hoog boven de stad, dat de scheepslieden, van urenen uren verre in zee, deze baak konden herkennen....[1]

Een man trad langzaam op het kerkhof, luisterde eene wijl opde statigegalmen die in den tempel herklonken en stapte dan verder in hetkronkelend voetpad.

Hij naderde een steenen kruis,—godvruchtige gedachtenisaan eenen dierbaren doode,—leunde met den elleboog er tegenen bleef zoo, half glimlachend, naar de kerkdeur blikken, alswachtte hij met vurig verlangen op iemand wiens verschijning hemgelukkig kon maken.

Deze man had wel de dertig jaar bereikt; zijne weinigverhevene ges

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!