Hendrik Conscience.

De Ziekte der Verbeelding.



LEIDEN.—A. W. SIJTHOFF.

[Pg 3]

1880.



[Pg 4]


Inhoud
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
VII.
VIII.


I.

Te midden der onmeetbare heide, die langs de noordelijke grenzen onzerprovincie Limburg, als de bodem eener opgedroogde zee, vele uren verreonafgebroken voortloopt, ligt een oud en donker bosch.

Waarschijnlijk dat hier in verledene eeuwen een uitgestrekt moeras heeftbestaan; want het zijn geene masten of dennen, die er groeien: de eik,de wilg, de abeel, de els en andere breed-bladerige boomen woekeren ermet hunne wortelen in de vette, mullige aarde.

Zoo diep ligt de grond van het bosch, dat de reiziger, die over de heidetrekt, uit de verte nauwelijks de toppen der boomen als eene duisterevlek op de zandwoestijn ontwaart. Wanneer hij, afgemat en door hetgevoel der lange eenzaamheid zwaarmoedig, den boord der diepte nadert,verblijdt het gezicht van het schaduwrijk loover hem niet; integendeel,hij blijft verrast en aarzelend staan. Die ondoordringbare groene klomp,de volstrekte stilte, welke er heerscht, de koude vochtigheid, welke hemtegenwasemt,—dit alles doet hem droomen aan eene nog volledigereeenzaamheid, aan iets geheel afgezonderds, aan iets geheimzinnigs;—en,of hij vrees hebbe voor kwaaddoeners of voor onbegrepen gevaren, nietzonder bekommerdheid stapt hij den eenigen weg in, die tusschen hetsomber en doodstil geboomte wegschiet.

In den diepsten schoot van dit bosch lag het kasteel Wildenborg.

Het was een groot vierkant gebouw, uit rooden baksteen gemetseld, zwaar,bonkig en zonder eenig kenmerk van kunst of van smaak.

[Pg 5]

De twee uitgebrokkelde torens, die boven zijn achterdeel zichverhieven, en de vorm der vensters lieten herkennen, dat het in denSpaanschen tijd was gesticht geworden.

Zeker moesten de eigenaars sedert meer dan eene halve eeuw het onderhoudvan dit kasteel geheel verwaarloosd hebben. Vele kareelen waren uit demuren gevallen, de naden tusschen de steenen waren diep uitgehold,overal in den gevel wortelden wilde gewassen, en op sommige plaatsenwiegelden de tengere ranken van het helmkruid in machtige bossen in denwind.

Een oude, knoestige wijngaard had weleer een gedeelte des gevelsoverdekt, maar bij gebrek aan steun was hij voorover gevallen en lag numet het hoofd ter aarde neergebogen, zonder dat iemand er aan hadgedacht hem weder op te richten.

Bij het gezicht zulker bouwvalligheid hadde men licht geloofd, datWildenborg eerlang van ouderdom in gruis zou storten, bovenal wanneermen bemerkte, dat eene breede scheur, met hoekige bewegingen als hetnagelaten spoor des bliksems, tot in de grondvesten des g

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!