WILLEM RODA
EEN JONGENSBOEK
VIJFDE DRUK
AMSTERDAM
VAN HOLKEMA & WARENDORF
[Inhoud]

Drukkerij J. VANBOEKHOVEN—Utrecht—Amsterdam [4]

[Inhoud]

HOOFDSTUK I.

Een goede dertig jaren geleden waren van een derfraaiste huizen op de Bocht der Heerengracht te Amsterdam alle venstersvan den voorgevel verlicht, en telkens, bij het openen der voordeur,ontsnapten enkele tonen van zacht-ruischende muziek naar buiten.

Een onafzienbare rij koetsen, waaronder maar weinigehuurrijtuigen, besloeg een groot gedeelte der gracht.

Deftige koetsiers en palfreniers, de meeste in deftigelivrei, hadden moeite de paarden te bedwingen, die door hun gescharrelen gehinnik te kennen gaven, hoezeer ze een flinken draf boven ditvervelende stilstaan verkozen.

Ook de koetsiers scheen de tijd lang te vallen; van tijdtot tijd daalde er een van zijn troon, om de handen eens flink tegen deschouders te slaan; want het was October en de avond begon koud teworden.

„Kees!” zoo begon een voor deze gelegenheidmooi aangekleed „apie”, zich tot zijn achterbuurmanwendend, „Kees! wat spijt het mij, dat ik geen jas hebmeegenomen; maar wie kon ook denken, dat het zoo laat en zoo vinnigkoud zou worden?”

„Ja, jongen, daarbinnen worden ze er niet veel vangewaar, dat er een Noordenwindje opsteekt.”

„Nu, anders fideele lui, hoor, die Roda’s!Mijn nicht, die er derde meid is, weet er alles van, en rijk! rijk!onder ons gezegd, daar zijn jouw heer en mijn vrachtje maar Jobsbij.”

„Zeg, Kees! een goeie voor de booien, hè!zoo’n bruid in huis!”

„Daar kun je van op an, dikke; ’t regent erfooien en geen dubbeltjes, hoor! Die lui laten zich niet lompen; als deeen je een pop in de hand stopt, geeft de ander je een achterwiel. Daarmoet je maar een geluksvogel voor wezen, zooals mijn nicht: dat is noual de derde keer, dat ze zoo’n akefietje hêt; mij is hetvan mijn leven nog maar ééns gepasseerd en toen was’t nog maar een kale boel. Drommels, wat word ik huiverig!”[5]

De dikke had gelijk; daar binnen bemerkt men niet veelvan den Noordenwind; integendeel, men zou er zich in warmer luchtstreekverplaatst denken.

De groote zaal is ter gelegenheid van dit feest in eenOosterschen tuin herschapen; een overvloed van tropische plantenverbergt de kostbare behangsels aan de wanden bijna geheel.

Een laan van palmen loopt naar het midden van defeestzaal, waar een fontein, bijna tot aan de fraai beschilderdezold

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!