Produced by Miranda, Marc D. and the Distributed Online

Proofreading Team.

DRIE VERTELLINGEN DOOR GUSTAVE FLAUBERT

EEN EENVOUDIGE ZIEL

DE LEGENDE VAN SINT JULIAAN DEN GASTVRIJEN
HERODIAS

VERTAALD DOOR MARIE KOENEN

Gebaseerd op de editie gepubliceerd in 1917, te Bussum.

EEN EENVOUDIGE ZIEL

I

Een halve eeuw lang werd mevrouw Aubain door de dames van
Pont-l'Évêque benijd om haar meid Félicité.

Voor honderd franken per jaar deed zij de keuken en het huishouden,naaide, waschte en streek ze, wist ze een paard op te tuigen, dehoenders vet te mesten, de melk te karnen, en bleef ze trouw aan haarmeesteres, die toch geen aangename vrouw was.

Mevrouw Aubain had een knappen jongen getrouwd zonder geld, die in 'tbegin van 1809 stierf, haar twee heel jonge kinderen nalatend enveel schulden. Ze verkocht toen haar vaste goederen, op de hoeve vanToucques en de hoeve van Geffosses na, die hoogstens 5,000 frankenrente opbrachten, en ze verliet haar huis te Saint-Melaine voor eenvoordeeliger, dat had toebehoord aan haar familie en gelegen wasachter de hallen. Dit huis, met zijn leien dak, lag tusschen een opengang en een steegje, uitloopend op de rivier. Binnen struikelde mener over het hoog-en-laag der ongelijke vloeren. Een enge vestibuulscheidde de keuken van de zaal, waar mevrouw Aubain den dag langin een rieten fauteuil bij het openslaand raam zat. Tegen het witgeverfde beschot stonden in een rij acht mahoniehouten stoelen.Een oude piano torste, onder een barometer, een pyramide vanopeengestapelde bussen en kartonnen doozen. Twee trijpen armzetelsstonden ter weerszijden van den geel marmeren schoorsteen in stijlLouis XV. De pendule, in het midden, stelde een vestaalschen tempelvoor,—en heel het vertrek rook wat duf, daar de plankenvloer lagerlag dan de tuin.

Op de eerste verdieping was, om te beginnen, de kamer van "mevrouw",zeer groot, met flets gebloemd papier behangen, en waarin zich hetportret bevond van "mijnheer" in saletjonkersdos.

Ze stond in verbinding met een kleiner vertrek, waar men tweekinderledikantjes zag, zonder matras. Dan kwam het salon, altijdgesloten, en vol meubels onder lakens. Een gang leidde vervolgens naareen studeerkamertje; boeken en paperassen vulden de planken van eenbibliotheek-kast, welke langs drie zijden een groote zwart-houtenschrijftafel omgaf. De twee achterpaneelen waren bedekt metpenteekeningen, landschappen in waterverf en platen van Audran,gedachtenissen aan betere tijden en aan een vergane weelde.

Een zoldervenstertje op de tweede verdieping verlichtte de kamer van
Félicité, die uitzicht had op de weien.

Heel vroeg stond ze op, om de mis niet te verzuimen, en ze werktetot 's avonds zonder ophouden; dan, als het maal was afgeloopen, hetvaatwerk opgeruimd, de deur goed gesloten, dekte ze het houtvuur metasch en dutte ze in voor den haard, den rozenkrans in de hand. Niemandbij loven en bieden zoo koppig als zij. En wat zindelijkheid aangaat,zóó blankgeschuurd waren haar braadpannen, dat ze de andere meiden deoogen verblindden. Zuinig als ze was, had ze de gewoonte heellangzaam te eten, en met den vinger pikte ze de broodkruimels van detafel,—een brood van twaalf pond werd opzettelijk voor haar gebakken,en ze deed het daar twintig dagen mee.

Winter en zomer droeg ze een katoenen halsdoek, met de punt in

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!